Vermaning zoekt jarenlang naar prehistorische artefacten en gaat grondig te werk. Maar Twee wetenschappers krijgen twijfel over de ‘toevalstreffers’. Ondanks procedurefouten komt er een rechtszaak en die zit vervolgens vol dwalingen.
Professor Waterbolk is de aanstichter van de arrestatie van Tjerk Vermaning. Hij geeft diezelfde dag een reactie tijdens het NOS-journaal. Verwijderbare glans en slijpsporen op de artefacten zijn voor hem het bewijs. Het is een omkering van zijn eerder lof voor de vondsten van Vermaning. Die oude uitspraken worden hem voorgelegd tijdens dit interview en nog lang daarna. Op het eind van zijn carrière probeert Waterbolk zich te distantiëren van zijn eerste inschatting met zijn boek "Scherpe stenen op mijn pad" (2003). Hierin noemt hij Vermaning ineens niet meer als de hoofdverdachte in de vervalsingszaak. Maar het gemak waarmee hij van standpunt wisselt, getuigt vooral van zijn eigen onbetrouwbaarheid. Na het lezen van de informatie op deze website mag dat wel duidelijk zijn.
▲ Afb.1. Tijdens de eerste strafvonnis op 3 februari 1977. Proces Tjerk Vermaning in Assen; archeologische vondsten in rechtszaal, bewaakt door bodes.
Voor het strafrechtelijk onderzoek wil justitie het gerechtelijk laboratorium inschakelen. Maar die laat weten dat ze geen deskundigen hebben op het gebied van steentijdartefacten. Daarop vraagt justitie om advies aan Stapert, juist aan diegene die Vermaning als eerste heeft beschuldigd. Dat hierdoor van een onafhankelijk onderzoek geen sprake meer is doet blijkbaar niet ter zake. Het justitiële apparaat maakt vervolgens nog een grote fout door Stapert de kans te geven om op te treden als onbevoegd opsporingsambtenaar. Stapert mag als zodanig de woonboot van Vermaning doorzoeken. En dit alles gebeurt terwijl Tjerk Vermaning nog vastzit op het bureau van de rijkspolitie in Assen. Ook de vrouw van Tjerk is meegenomen naar het politiebureau en hoewel zij kort daarna wordt vrijgelaten, heeft Stapert voldoende tijd om ongestoord zijn gang te gaan. Vermaning komt na 26 uur weer vrij uit voorarrest.
De werkwijze van justitie leidt tot een ernstige verstoring van het onderzoek en een onbehoorlijke uitvoering daarvan. Een onderzoek dat vervolgens twee jaar duurt voordat de rechtszaak in Assen start. Desondanks leidt het tot een strafvonnis. Vermaning wordt in eerste instantie schuldig bevonden aan oplichting. Op 17 juni 1977 veroordeelt de rechter hem tot een maand gevangenisstraf gebaseerd op de bewering van Stapert en Waterbolk dat de artefacten van Vermaning uit vers bewerkte stenen zouden bestaan, stenen die met elektrische slijpschijven door hem zouden zijn bewerkt.
De collectie Hoogersmilde had Stapert maar deels onderzocht. De collectie Eemster en de collectie Ravenswoud had Stapert niet eens gezien voor onderzoek. Stapert kwam tijdens de rechtszitting weg met de bewering dat hij beide collecties wel had onderzocht. Een andere collectie, die gevonden bij Hijken, was voor de rechtszaak al grotendeels aangekocht door een stichting uit Amsterdam. De stichting wilde er een museum mee oprichten, maar na de rechtszaak durfde zij dat niet meer aan. De collectie Hijken is uiteindelijk beland in het Noordelijk Archeologische Depot in Nuis, waar het tot op de dag van vandaag ligt opgeslagen. Tot de collectie Hijken behoren ook vijf vuursteenwerktuigen die in bezit waren van het Natuurhistorisch Museum in Drouwenerzand. Toenmalig directeur Ewold Horn verklaarde dat Stapert die vijf stukken kwam fotograferen, maar dat hij ze niet had onderzocht. Stapert bracht de foto tijdens de rechtszaak in als aanvullend bewijs van de vervalsing. Horn was daarover zeer verbaasd over en noemt het misleiding van de rechtbank.
Afb. 2. De verdedigers: Voortzetting proces in hoger beroep 1978. Tjerk vermaning links met in het midden zijn vrouw Grada. Achter de microfoon de advocaat van Tjerk Vermaning, mr. R. vd Molen. Bij het gerechtshof in Leeuwarden.
Het specifieke bewijsstuk de gele Leemdijkbijl.
Tjerk Vermaning besluit om in hoger beroep te gaan na het voor hem negatieve vonnis van het lagere gerecht. De tweede rechtszaak begint op 30 november 1978 bij het Gerechtshof in Leeuwarden. Professor Bosinski wordt de deskundige voor Waterbolk en Stapert. Achteraf kan bij zijn deskundigheid over het beoordelen van de vondsten van Vermaning om meerdere redenen de nodige vraagtekens worden gezet. Bosinski had eerder uit een eigen opgraving een reconstructie gemaakt van op elkaar passende gele vuursteenafslagen van een artefact. Die reconstructie beschrijft hij in “Bonner Jahrbucher” (editie 166, blz 324). Maar in de rechtbank verklaart hij onder ede dat hij met geel vuursteen geen ervaring heeft. Prof. Bosinski houdt de rechtbank ook voor dat de steencomposities van Vermaning eerder een bewijs van valsheid zijn. Maar daarentegen beschrijft Bosinski in zijn artikelen de door hem zelf gevonden steencomposities als authentiek Midden-Paleolithisch. Ook verklaart hij tijdens de rechtszaak dat een Vermaning-vuistbijl vals is, terwijl hij nadien schrijft dat hij die vuistbijl niet heeft onderzocht. En als klap op de vuurpijl verklaart hij dat een afslag van Vermaning wel Midden-Paleolithisch is, terwijl die afslag past op een vuistbijl die hij als vals verklaart. (Professor Bosinski lijkt uitspraken te doen net naar het hem uitkomt.)
Dr. ir. C. Franssen uit Bennekom en Ad Wouters uit Lent zijn in de beroepszaak getuige-deskundige voor Vermaning. Ad Wouters vertelt in een door toevallige omstandigheden nooit uitgezonden Veronica-documentaire uit 1983 (hieronder te bekijken), dat hij in de tussentijd door een anoniem persoon telefonisch was bedreigd. Hij moest zich niet met de rechtszaak bemoeien, luidde de boodschap, anders zou hij er wel achter komen wat er zou gebeuren. Ad Wouters laat zich er niet door van de wijs brengen. Hij brengt ter verdediging van Tjerk Vermaning de gele Leemdijkbijl in als bewijsstuk. Tot 1972 lag de Leemdijkbijl in een vitrine op het museumschip Palaeohistoria in Hoogersmilde. Na schenking aan de provincie Drenthe kreeg de vuistbijl een plaats in het Drents Museum. Drie jaar lang werd de bijl beschouwd als een van de mooiste archeologische vondsten van Nederland, maar in 1975 is hij helaas vals verklaard. De Leemdijkbijl verdween uit het zicht.
Ad Wouters gebruikte deze bijl om tijdens de rechtszaak aan te tonen dat die niet vervalst is. Een deel van de bijl is afgeslagen, wat resulteerde in een duidelijk kleurverschil op het getroffen gebied. Dit kleurverschil wordt veroorzaakt door langdurige processen in de bodem. Deze reacties kunnen leiden tot verkleuring en het aannemen van verschillende tinten. Dit kleurverschil kon onmogelijk zijn ontstaan als de bijl recent was vervaardigd uit vers bewerkt vuursteen en vervolgens in de bodem was geplaatst. De Leemdijkbijl is een bewijsstuk dat een cruciale rol speelt in het proces om de onschuld van Vermaning aan te tonen.
Het experiment met de Leemdijkbijl tijdens de rechtszitting moet nog een tweede redenatie bekrachtigen. Het gaat om de glans, het zogenaamde patina op het oppervlak. Daarvoor is voor de afslag de Leemdijkbijl eerst grondig gereinigd met water en zeep om huidvet te verwijderen van het veelvuldig in de hand ronddraaien na de vondst. De glans bleef, zodat Stapert niet kon beweren dat de glans met huidvet was aangebracht door Vermaning. Tijdens de volgende zittingsdag herhaalde Wouters de test met een bijl uit Hoogersmilde. Het resultaat was bij beide vuistbijlen een duidelijk verschil in kleur en glans tussen het binnenste en het oppervlak van de stenen.
De proeven met de twee vuistbijlen pleiten niet tegen Vermaning maar voor hem en vervullen daarmee een cruciale rol in het proces om de onschuld van Vermaning aan te tonen. Tjerk Vermaning vond de Midden-Paleolithische Leemdijk bijl in 1967 op een onverharde zandweg naast de akkerlanden ten zuidoosten van de Leembrug te Middensmilde. De onverharde zandweg was over een lengte van 300 meter geplaveid met veldkeien die tijdens het aardappelrooien waren uitgesorteerd om de zandweg te verharden. Op foto 1 is duidelijk een afsplintering te zien, waarbij de binnenkant van de steen een lichtere kleur heeft en volledig dof lijkt.
Na het afslaan van de Leemdijkbijlschilfer is duidelijk het verschil te zien. Dr. E.R. Groeneveld van het gerechtelijk Laboratorium te Rijswijk en prof. Bosinski moeten beide toegeven dat er verschil is ontstaan. Drs. Stapert probeert tijdens de rechtszitting zich er nog uit te redden met de bewering dat dit te wijten zou zijn aan stof dat achtergebleven was op het afslagvlak en dat de dofheid na enkele dagen zou verdwijnen. Vuursteen bestaat uit siliciumdioxide en dat is zo hard dat er geen stofresten kunnen ontstaan na afsplintering. Ook dit wordt getest en wel tijdens de zittingsdag daarop. Een test met water, zeep en een borstel om aan te tonen dat er geen verschil zou zijn te zien voor en na het schoonmaken. Vermaning zou volgens dr. Stapert en prof. Waterbolk valse frictieglans hebben aangebracht en na het reinigen, zou de Leemdijkbijl daarom dof worden. Maar deze test levert Stapert daarvoor geen bewijs op.
Dr. G. Boom van de Rijksuniversiteit van Groningen en onderzoeker van het laboratorium Fysische Metaalkunde, had in zijn eerdere onderzoek weinig opmerkelijks ontdekt op de artefacten van Vermaning behalve dan dat er huidvet op het vuursteen zat. Het onderzoeksrapport van Dr. Boom is door Stapert niet ingebracht tijdens de rechtszitting. Met het verwijderen van het huidvet op de vuurstenen werktuigen gokte drs. Stapert op een laatste kansje. Terwijl de conclusies die getuige-deskundige Ad Wouters uit het experiment had getrokken bleven staan. Na de veroordeling door de Rechtbank in Assen, wordt Vermaning vrijgesproken in hoger beroep.
▲ Afb.3. De aanklagers: links H.T. Waterbolk, O. Harsema en D. Stapert, allen verbonden aan het Biologisch-Archeologisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen. Rechtszitting in hoger beroep, 30 november 1978.
▲ Afb.1a en 2a. De Leemdijkbijl. Ad Wouters sloeg er een stuk af om het kleurverschil en het glansverschil aan te tonen op het getroffen gebied. Verkleuringen ontstaan als gevolg van secundaire mineralen in de bodem. Deze mineralen kunnen in het gesteente terechtkomen, via infiltrerend water dat ijzer of andere verontreinigingen bevat.
▲ Afb. 4. Voortzetting proces in hoger beroep amateur-archeoloog Tjerk Vermaning in Leeuwarden; Vermaning (rechts) en getuige-deskundige Duitse professor Bosinski, 30 november 1978.
Foto a, toont krassen op het glanzende oppervlak van de Leemdijkbijl die zijn ontstaan door natuurlijke zandschuring. Foto b, de grens tussen het oude glanzende oppervlak van de bijl en het door de afslag van Wouters ontstane verse breukvlak. De foto's zijn gemaakt met behulp van een binoculair microscoop door G. van Noort.
Op 21 december 1978, werd Vermaning vrijgesproken, omdat niet kon worden bewezen en aangetoond dat de artefacten vervalst zouden zijn. De Groningse professionals prof. Waterbolk en Stapert hadden hun aanklacht onvoldoende onderbouwd, de aanklacht bevatte onderlinge tegenstrijdigheden en het geheel was een opsomming van rammelende bewijzen. Het Gerechtshof besluit dat de aanklagers er niet in zijn geslaagd om hun beschuldigingen op elkaar af te stemmen. Het hof doet daarbij uitdrukkelijk geen uitspraak over de vraag of de vuursteenartefacten wel of geen vervalsingen zijn. Zij acht zich daarvoor niet competent. Tjerk Vermaning word wel vrijgesproken wegens onvoldoende bewijs. Vermaning is blij, maar voelt zich aangetast in zijn goede naam.
Vermaning kwam erachter hoe moeilijk het is om een onderzoek te weerleggen als het niet om feiten gaat, maar om autoriteiten die, zeker hier in eerste instantie, onvoorwaardelijk worden geloofd. En daarvan maakten Stapert en Waterbolk in dit geval gebruik en misbruik. Amateurarcheologen hebben Tjerk Vermaning tijdens het proces geholpen door het bewijs te leveren dat de artefacten niet waren vervalst. Na zijn vrijspraak deed Vermaning aangifte wegens smaad en laster tegen H.T. Waterbolk en D. Stapert, maar ook tegen J. Elsinga, conservator van het Fries Museum in Leeuwarden. Elsinga had namelijk ook Vermaning aangegeven bij de Officier van Justitie in Assen. En hoewel de hoofdofficier die aanklacht niet had gehonoreerd tekende Vermaning toch beroep aan. Dat hoger beroep werd aan de kant geschoven. De rechtbank wilde een einde maken aan de slepende kwestie. Vermaning moest genoegen nemen met 5000 gulden vergoeding voor de twee dagen onterechte hechtenis in 1975. En daarbij kreeg hij een vergoeding van 60.000 gulden wegens gemaakte kosten. Maar daarmee was de zaak-Vermaning nog lang niet ten einde. Na zijn vrijspraak ontstond er een nasleep die de gemoederen tot op de dag van vandaag bezighoudt. De kwestie wil maar niet verdwijnen.
‘Een rechtelijke dwaling’.
De video met de tv documentaire ‘Een rechtelijke dwaling’, gemaakt door Co Patist is een Veronica documentaire uit 1983 die nooit is uitgezonden op tv omdat er geen wederhoor kon plaatsvinden met de aanklagers, Prof. Waterbolk en drs. Stapert. Beide archeologen wilden geen medewerking aan de documentaire verlenen. Hierdoor besloot de eindredactie de tv-documentaire niet uit te zenden. Deze documentaire biedt meer inzicht in het arrest, de rechtszaak en het verloop van de zaak Vermaning.
▲ Foto: Links, Tjerk Vermaning, met de documentairemaker Co Patist.
Het justitiële apparaat maakte grote fouten.
Na de rechtszaak bleef Tjerk Vermaning in de belangstelling staan.
Bij de landelijke media kreeg de zaak Vermaning veel aandacht, waardoor een publieke beeldvorming ontstond, waar iedereen zijn conclusies uit trok. De meningen raakten verdeeld. Geïnteresseerde amateur-archeologen begonnen 3 april 1979 ter ondersteuning van Tjerk Vermaning de vereniging Aktieve Praktijk Archeologie Nederland. (APAN). Doel was en is om de rechtspositie van de praktijkarcheoloog te verbeteren en kennis te bundelen. Vrienden van Vermaning omschrijven Vermaning als een eerlijke en integere man, die niet medeplichtig en schuldig is aan oplichting en bedrog. APAN steunde Tjerk Vermaning en zette zich in voor zijn eerherstel en dat stopte niet met zijn overlijden. APAN publiceerde de tijdschriften "Archeologische Berichten", "APAN-Intern" en de "APAN/-Externe Uitgave" voor haar leden.
▲ De foto is gemaakt tijdens de oprichtingsvergadering van APAN in 1979, in het verenigingsgebouw in Gasselte, met in het midden Tjerk Vermaning. Op de foto boven van links naar rechts: Jonannes Musch, Janine Peters, Hendik Lanjouw, Harry Veen, Sjoerd van der Veen, Tjerk Vermaning, Henk Trip, Ton Baas, Cees Valkenburg, Co Lenting, Gerard Heijnen (commissaris), Be Hoekstra (voorzitter), Hans van Westing (2e secretaris), Jan Evert Musch(1e secretaris), Piet Koezenga (penningmeester).
In 2014 kwam in het Museum TwentseWelle in Enschede een speciale APAN expositie over 35 jaar reuring in de archeologische wereld. De tentoonstelling duurde een half jaar en ging over de APAN-visies. Ook de vindplaats Eemster kwam onder de aandacht. Externe link naar de APAN website: apanarcheo.nl
In 1982 kwam er een speciale expositie in het Drents museum,“Stille getuigen”. En in 1985 zelfs een toneelstuk over zijn leven door het toneelgezelschap De Voorziening met de Tjerk Vermaning-Show door de Stichting Noordelijk Theater. Tjerk Vermaning was de meest omstreden en beroemde amateurarcheoloog van Nederland geworden.
Afb.5. De Expositie “ Stille getuigen” 17 maart 1982 met de collectie archeologische vondsten van Tjerk Vermaning in de vitrine van het Drents Provinciaal Museum in Assen.
De Groningse B.A.I. archeologen prof. Waterbolk en drs. Stapert bleven ook na de rechtszaak bij hun standpunten; middels publicaties bleven ze de beschuldigingen onderbouwen om het aannemelijk te maken dat ze gelijk hadden. Daarop volgden onmiddellijk weer publicaties in Archeologische Berichten en later in de APAN/-Extern uitgave door de verdedigers van Vermaning, die de onderbouwingen van de twee archeologen er onmiddellijk onderuit haalden via hun vakblad magazine. Regelmatig verschenen daarover artikelen in de kranten. De download publicaties omvatten ook verschillende interessante artikelen over de Oude Steentijd in Nederland, die niet alleen specifiek over Vermaning gaan.
Tjerk Vermaning op bezoek bij Emile Fradin in september 1978. Deze boer uit Frankrijk, werd in 1925 eveneens voor vervalser uitgemaakt. Pas in 1975 kwam een symposium van 150 geleerden in Oxford tot de conclusie, dat met moderne methoden van ouderdomsbepaling was aangetoond dat Fradin onschuldig is. Op de foto overhandigd Vermaning zijn lotgenoot het boekje "Steen des aanstoots" geschreven door de auteur: Ton Hulst, Paperback 1975. Levensbeschrijving over Tjerk vermaning. In het boek komt Tjerk vermaning zelf regelmatig aan het woord.
Op 8 juli 2018 presenteerde het Drents Museum de tentoonstelling "De Zaak Vermaning", waarin het leven van de vinder centraal stond. De tentoonstelling liet de beschuldiging van vervalsing in het midden. Bij de tentoonstelling verscheen het gelijknamige boek "De Zaak Vermaning", een uitgave van WBOOKS. Het theatergezelschap PeerGrouP bracht datzelfde jaar een grootschalige locatie-theatervoorstelling over het leven van Tjerk Vermaning, vlakbij de plek waar Vermaning zijn eerste vondsten deed bij Hoogersmilde.
Een greep uit de vele boeken over Tjerk Vermaning. In 1980 verscheen het boek, De onderste steen: Recht en Wetenschap in de knel: De Zaak Vermaning. Auteur Fred Vermeulen behandelt in zijn boek de rechtszaak tegen Vermaning. Hij onderzoekt de juridische en morele implicaties van deze kwestie. In 2017 verscheen de roman "Tjerk", geïnspireerd door de roemruchte Tjerk Vermaning en geschreven door Bennie Roeters.
Een citaat uit het boek RUZIE door Enno de Witt. Van een lijk naast de kachel tot rijdende rechters, 2018. Hoofdstuk 1, over Tjerk Vermaning en Waterbolk.
In 2022 verscheen een boek dat de wereld van de steentijdsarcheologie weer op scherp zette: "Valsheid in Gesteente." De amateurarcheologen van APAN staan weer recht tegenover de beroepsarcheologen die dit boek schreven. Ook de media beginnen weer over Vermaning te schrijven. In de huidige tijdsgeest blijkt dat de berichtgeving van een aantal nieuwe journalisten minder gunstig uitpakt voor Vermaning. Door de jaren heen hebben verschillende amateur-archeologen en geschiedschrijvers op hun weblogs, Facebookpagina's en websites aandacht besteed aan de Vermaning-affaire. Na 2022 kwam er opnieuw veel informatie naar voren om de beschuldigingen van vervalsingen weer in de schijnwerpers te zetten. In oktober 2024, de maand van de geschiedenis, geeft Leo Verhart een lezing over vervalsingen, met bijzondere aandacht voor Tjerk Vermaning. Verhart was als conservator prehistorie verbonden aan zowel het Rijksmuseum van Oudheden als het Limburgs Museum in Venlo. Ook in oktober 2024 komt RTV Drenthe met een vijfdelige podcastserie over de amateur-archeoloog Tjerk Vermaning, getiteld 'Vuistbijl van mijn vader', gemaakt door journalist Herma Boer. Zij verkent de geschiedenis van 's lands meest beruchte amateur-archeoloog. Herma Boer is op zoek naar die ene vuistbijl die Vermaning van haar vader kreeg bij de aardappelmeelfabriek in Oranje. Haar vader werkte eind jaren '60 in een van de aardappelmeelfabrieken en hij bleef Vermaning altijd verdedigen.
In de hieronder gratis te downloaden historische boeken wordt de complexe rechtszaak rondom Tjerk Vermaning beschreven, met de feiten, de juridische strijd en de elementen die deze zaak zo uniek en controversieel maken.
De waarheid over Tjerk Vermaning. Auteurs: Franssen, Wouters, L Blanc, Goossens, Buma, Beersma en Musch. Publicatie 1973. Stichting Rapportage Doetinchem.
J'Accuse. De zaak Vermaning. Auteur: Ad Wouters. Publicatie 1999.
Download.
Volgende pagina >