De Affaire Tjerk Vermaning.
Het verhaal over een amateurarcheoloog uit de Nederlandse geschiedenis. 
 


Het verdwijnen van windlak glans op vuursteen artefacten onder invloed van natuurlijke processen.

Aan het oppervlak, kan bij vuursteen de windlak glans verdwijnen. Er ontstaat soms een omgekeerd proces door erosieve werking met zand en stof gezandstraald.


Uit een onderzoek door het APAN lid G.J. van Noort† is gebleken dat het ontbreken van de windlak niet noodzakelijk is voor authentieke vuursteen artefacten. Over het algemeen is aangenomen dat 'windlak glans' een gepolijst afgezet laagje op gesteente is, dat vermoedelijk is ontstaan in een omgeving dat bestond uit een koude droge vlakte door zandstormen. Door een vuursteen met die windlak patina doormidden te breken waarvan een helft drie maanden in de wind beladen met zandstof was gehangen in zandstormen, windslijping, kwam de APAN-onderzoeker, G.J. van Noort er achter dat de windlak was verdween op de helft dat in de wind met zand had gehangen. Dit experiment vond plaats aan de Noordzee kust waar wind en zand verplaatsing vergelijkbaar is met de koude ijstijdperiode toen luchtbeweging van de atmosfeer vergelijkbaar was toen de zandkorrels tegen de vuursteen artefacten waaide en zandstraalde. De breukrand op dat deel is zelfs afgerond zie, Afb. 5. De aanwezigheid van windlak patina is daarom niet bepalend voor de echtheid van de Vermanings vuistbijlen. Over het ontstaan van windlak door constante blootstelling aan de oppervlakte door wind en zand zijn twijfels ontstaan. De vuurstenen artefacten die langdurig aan de oppervlakte hebben gelegen in de koude ijzige en winderige stoffige oppervlakte en langdurig zijn bestraald door zandstormen, zouden ook meer verwering en slijtage moeten vertonen dan ze doen. Hierbij zijn fijnkorrelige of grofkorrelige sedimenten niet relevant. Het resultaat was dat de windlak in drie maand tijd kan reduceren en zelfs kan verdwijnen door erosieve werking van luchtbeweging in de atmosfeer door zandkorrels van het strand aan de Noordzee. Meer informatie: leidenlezing.pdf.


 


Video uit 2014: Govert van Noort. Het zo bekende begrip 'windlak' is aan herziening toe, het blijkt geen windpolijsting te zijn, maar een chemische afzetting die bekend staat als 'hyaliet'. Portret gemaakt voor de APAN-expo als afstudeerproject voor de Saxion Hogeschool Enschede door Jonathan de Haan en Rogier van Marle.

 

5. 5.

 

Afb. 5.   Links: witte patina glanslaag. Rechts: het deel dat drie maanden in de wind beladen met zand en zandstof heeft gehangen. De reductie van windlak is rechts aantoonbaar zichtbaar.



Windlak theorie: Hyaliet als nieuwe benadering voor de studie van vuursteen artefacten.

De Windlak theorie is al lange tijd een veelbesproken onderwerp binnen de archeologie, met veel onderzoekers die geloofden dat de glanzende laag op vuursteen artefacten werd veroorzaakt door blootstelling aan de wind met zand. Echter, recente APAN studies hebben aangetoond dat deze theorie in een ander context kan worden onderzocht. In plaats van windlak wordt hyaliet als mogelijkheid genoemd, een ander type glanzende oorzaak, voorgesteld als een verklaring voor de glans op vuursteen artefacten.

De studie van vuursteen artefacten is van groot belang voor archeologen, omdat ze ons kunnen helpen bij het reconstrueren van menselijke activiteiten en culturele ontwikkelingen in het verleden. Een van de kenmerken van vuursteen artefacten die al lange tijd voor discussie zorgt, is de glanzende laag die soms op hun oppervlak te zien is. Deze glans werd traditioneel toegeschreven aan de Windlak theorie, die stelde dat de blootstelling aan de wind met zand ervoor zorgde dat er een glanzend laag op het oppervlak van de vuursteen artefacten werd gevormd. Recente studies van Van Noort hebben echter aangetoond dat deze theorie in een ander context kan. In plaats daarvan wordt hyaliet, een ander type glans dat niet door zandstormen wordt veroorzaakt, naar voren geschoven als een verklaring voor de glans op vuursteen artefacten. Dit roept tal van vragen op over de interpretatie en datering van deze artefacten, en hoe deze nieuwe benadering de archeologie kan beïnvloeden.

Methoden: Om de validiteit van de hyaliet theorie te onderzoeken, hebben enkele onderzoekers van APAN verschillende experimenten uitgevoerd waarbij vuursteen artefacten aan zandstormen werden blootgesteld. Daarnaast is ook gekeken naar natuurlijke voorbeelden van silicaglans op vuursteen artefacten in verschillende archeologische vindplaatsen.

Resultaten: Uit de experimenten en natuurlijke voorbeelden is gebleken dat hyaliet inderdaad verantwoordelijk kan zijn voor de silicaglans op vuursteen artefacten. Deze bevindingen werpen een nieuw licht op de interpretatie en datering van vuursteen artefacten, en zorgen voor een heroverweging van de traditionele Windlak theorie naar Silicaglans.

De acceptatie van hyaliet als verklaring voor windlak glanzende vuursteen artefacten heeft grote implicaties voor de archeologie. Het betekent dat tal van publicaties en onderzoeken die gebaseerd zijn op de Windlak theorie moeten worden herzien en mogelijk zelfs verworpen. Tegelijkertijd opent het nieuwe mogelijkheden voor de studie van vuursteen artefacten en kan het leiden tot nieuwe inzichten in welke context deze worden gevonden. De discussie over dit Noord-Nederlands fenomeen van windlak wekt veel weerstand op onder de huidige academische archeologie in Nederland. Voorlopig wordt er vastgehouden aan de theorie dat de glans wordt veroorzaakt door wind met zand.