De Affaire Tjerk Vermaning.
Het verhaal over een amateurarcheoloog uit de Nederlandse geschiedenis. 
 

Op deze website vind je alle belangrijke informatie over de amateurarcheoloog Tjerk Vermaning. Je krijgt een overzicht van de meest ingrijpende controverses na beschuldigingen van het vervalsen van vuistbijlen uit de prehistorie. Een affaire die de geschiedenis van de Nederlandse archeologie op zijn kop heeft gezet.

  • Deze website biedt verschillende videodocumentaires, archeologische tijdschriften en aanvullende informatie met bijlage.

Vermaning ontdekte drie belangrijke Neanderthaler vindplaatsen.



Tjerk Vermaning vond als amateurarcheoloog de eerste Neanderthaler-verblijfplaatsen in Noord-Nederland. Dit was een belangrijke bijdrage aan de vroegste menselijke geschiedenis van Nederland. In kranten en op televisie kreeg hij daarom veel aandacht voor zijn ontdekkingen. Vermaning werd gedwongen om de vuistbijlen en andere prehistorische artefacten die hij vond aan de Nederlandse staat te verkopen. Na zijn ontdekkingen is hij beschuldigd van bedrog.

Vermaning zou zijn archeologische vondsten hebben vervalst en zijn vindplaatsen hebben gemanipuleerd. De vondsten bestaan uit werktuigen van voornamelijk vuursteen, artefacten die zijn gemaakt door Neanderthalers uit het Midden-Paleolithicum, 40.000 tot 300.000 jaar geleden. Tjerk Vermaning moest zich in 1975 voor de rechter verantwoorden, maar daar en in de daarop volgende beroepszaak kon niet worden aangetoond dat hij deze werktuigen uit de oude steentijd had vervalst. Volgens aanklager professor Tjalling Waterbolk zou Vermaning toentertijd in totaal 100.000 gulden hebben ontvangen voor zijn vondsten. Inmiddels is het een halve eeuw geleden dat Tjerk Vermaning hiervoor werd gearresteerd. De zaak Vermaning is een affaire met een blijvende impact op de Nederlandse archeologie.

Deze website wil de affaire Tjerk Vermaning opnieuw onder de aandacht brengen van een breed publiek. Ontdek het meeslepende verhaal van de affaire rond Tjerk Vermaning en duik diep in de fascinerende wereld van archeologisch onderzoek van zowel amateur- als beroepsarcheologen. Verken de vindplaatsen en vondsten, en laat je overtuigen door gedegen argumenten die aantonen dat het uiterst onwaarschijnlijk is dat er ooit is gesjoemeld met de authenticiteit van deze waardevolle historische artefacten en locaties.

Bij de affaire rond Tjerk Vermaning gaat het om herhaalde beschuldigingen van bedrog. De meeste publicaties presenteren deze beschuldigingen als een vastgesteld feit. Tjerk Vermaning kreeg een omstreden reputatie. Maar deze website biedt een alternatieve kijk op de gebeurtenissen met nieuwe inzichten en vergeten feiten. De lezer die denkt dat Vermaning schuldig is, wordt uitgedaagd om zijn of haar oordeel te heroverwegen. Toen de beschuldigingen tegen Vermaning steeds minder geloofwaardig bleken, kwam amateurarcheoloog Ad Wouters in beeld. Wouters speelde in 1975 al een hoofdrol bij de verdediging van Vermaning. Jaren later wordt Wouters zelf verdacht van betrokkenheid bij de veronderstelde fraude. Ook de argumenten tegen Wouters zijn ongeloofwaardig.



De voortdurende zoektocht naar bewijs.


Na het overlijden van Tjerk Vermaning in 1987 houden de beschuldigingen niet op. Archeologen die Vermaning en Wouters beschuldigen hebben uiteenlopende meningen over wie verantwoordelijk is voor de vermeende vervalsingen. Het is opmerkelijk dat niemand een sluitende verklaring heeft van wie de vervalser zou zijn geweest. Er verschijnen zelfs publicaties over de betrokkenheid van een ooit te ontmaskeren persoon. Maar dit lijken eerder pogingen om de verantwoordelijkheid voor de beschuldigingen te ontlopen of te verdoezelen. Want uit onderzoek door de vereniging Aktieve Praktijk Archeologen Nederland (APAN) blijkt dat er helemaal geen sprake is van vervalsingen. En dat maakt de situatie nog complexer.

De affaire Vermaning vereist niet alleen juridische en ethische reflectie, maar ook een heroverweging van de methoden waarop het vakgebied wordt beoefend en beheerd. De druk om te concurreren kan archeologen verleiden tot twijfelachtige keuzes. Zonder deze heroverweging kan het probleem van voortdurende beschuldigingen aanhouden. Er blijkt echter weinig zelfreflectie te zijn bij degenen die Vermaning beschuldigen op basis van vermoedens. De rechtbank heeft in elk geval geen uitspraak gedaan over de vraag of de vuurstenen werktuigen vervalsingen zijn, omdat dit onvoldoende was aangetoond bij de rechtszaak.

De almaar voortdurende zoektocht van archeologen naar bewijs van Vermanings schuld is mogelijk te wijten aan verschillende psychologische factoren. Ten eerste bestaat er behoefte aan duidelijkheid en verantwoordelijkheid binnen het vakgebied. Een zondebok is dan soms nodig om angst over de authenticiteit van artefacten te verlichten. Ten tweede kunnen druk om wetenschappelijk en ethisch verantwoord te blijven en de eigen reputatie te beschermen, archeologen motiveren om een schuldige aan te wijzen. En ten derde kunnen sociale dynamiek en groepsdruk invloed hebben. Collega’s beïnvloeden elkaar om de beschuldiging te geloven en daarvoor aanvullend bewijs te zoeken. De argumenten die op deze website voorbijkomen wekken sterk de indruk dat dit het geval is.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze kwestie prof. Waterbolk zijn hele leven heeft achtervolgd, zo heeft hij het tenminste zelf omschreven. En verwonderlijk is ook niet dat sommige archeologen er een aanzienlijk deel van hun levenswerk van hebben gemaakt. Amateurarcheologen van de vereniging Aktieve Praktijk Archeologen Nederland hebben met eigen onderzoek en publicaties de onschuld van Vermaning onderbouwd. Maar zij slagen er niet in om voldoende draagvlak te krijgen onder academisch geschoolde archeologen of in de wetenschapsjournalistiek


Wie was Tjerk Vermaning?


Tjerk Vermaning, geboren in Staphorst op 18 januari 1929, is het jongste kind uit een schippersfamilie. Het gezin trok met een binnenvaartschip door de noordelijke provincies.  Ze meren overal aan en Tjerk zwerft dan graag over de aangrenzende landerijen.  Zijn interesse gaat al op jonge leeftijd uit naar fossielen die hij zelf ook vind. Maar op diezelfde landerijen vind hij ook gereedschappen van de prehistorische mens. Hier wil hij meer over weten en daarom gaat hij bibliotheken bezoeken en er boeken over lezen. Door zelfstudie wordt hij autodidact op het gebied van de fossielenkunde en kenner van vuurstenen gereedschappen van de vroege mens. Hij leert hoe je de verschillende prehistorische culturen kunt onderscheiden en het is zijn wens om de vroegste cultuur te ontdekken. Na zijn huwelijk met Grada Jansen wordt hun zoon geboren. Hij koopt een eigen boot en is dan zelfstandig binnenvaartschipper. Ook specialiseert hij zich in het slijpen van allerlei maaimachines, zoals grasmaaiers. Dit wordt later zijn belangrijkste inkomstenbron. Eenmaal ergens aangemeerd, gaat hij op zijn brommer bij de boeren langs voor slijpopdrachten.

In zijn vrije uren blijft Vermaning de akkers afstruinen. Vooral in Drenthe heeft hij succes. Hier ontdekt hij verschillende kampementen van prehistorische bewoners. De meeste steentijdculturen herkent hij wel, maar voor de juiste determinatie van sommige bijzondere vondsten neemt hij contact op met beroepsarcheologen van het Drents Museum. Door de jaren heen wordt Vermaning een specialist op het gebied van de oude steentijd, het paleolithicum. Regelmatig verkoopt hij door hem gevonden fossielen en artefacten aan musea.  Later leeft hij van een subsidie van de provincie Drenthe voor zijn zoektochten naar vuistbijlen. Zijn kleine binnenvaartschip bouwt Vermaning om tot een eigen museum voor zijn vondsten. Het museumschip noemt hij De Palaeohistoria.

Tjerk Vermaning ontdekt drie belangrijke vuursteen concentraties uit het Midden-Paleolithicum. Met deze vondsten toont Vermaning aan dat de bewoningsgeschiedenis van Drenthe en Noord-Nederland vijftigduizend tot wel honderdduizend jaar eerder begint dan tot dan toe wordt aangenomen. Vermaning levert zodoende een belangrijke bijdrage aan de geschiedenis van Nederland. Tjerk Vermaning wordt de bekendste amateurarcheoloog van Nederland. Musea kopen zijn vuistbijlen en andere prehistorische vuurstenen werktuigen. In vaktijdschriften verschijnen publicaties over zijn vondsten. Vermaning krijgt de Culturele Prijs van Drenthe in 1966. En van de provincie krijgt hij daarnaast nog een jaarlijkse toelage om te kunnen blijven zoeken. Op 18 maart 1975 komt daar verandering in. Vanaf die dag staat hij in het middelpunt van de meest geruchtmakende periode in de Nederlandse archeologie. Het begint met beweringen van drs. Stapert, en prof. Waterbolk, de aanstichter van zijn arrestatie. Waterbolk was verbonden aan het Biologisch-Archeologisch Instituut (BAI) van de Rijksuniversiteit Groningen.  Alle vuurstenen werktuigen van Vermaning zouden uit vers bewerkt vuursteen bestaan, die later met elektrische slijpschijven zouden zijn bewerkt.

Tjerk Vermaning had door de jaren heen verschillende Zündapp bromfietsen, waarmee hij eropuit trok om op zoek te gaan op de Drentse en Friese akkers. Naast zijn schip had Vermaning geen ander vervoermiddel. Zou Vermaning werkelijk met zijn brommer honderden kilo's geschikt ruw vuursteen over lange afstanden hebben vervoerd om daarmee vuistbijlen na te maken. Het is zeer onwaarschijnlijk dat hij dat heeft gedaan. Om die beschuldiging vol te houden, wordt amateurarcheoloog Ad Wouters tot mede-verdachte gemaakt. Wouters verdedigde Vermaning als getuigendeskundige.

Na de vrijspraak van Vermaning ziet prof. Waterbolk Wouters als een betere kandidaat om de verdachtmaking op af te schuiven. Maar historisch onderzoek pleit voor zijn onschuld. In 2003 schrijft zijn aanklager, professor. Waterbolk, dat het niet aannemelijk is dat Vermaning de benodigde expertise bezat om de geschikte ruwe vuursteenknollen te identificeren en te bewerken. Bovendien beschikte Vermaning niet over de juiste slijpinstrumenten. Hoe had hij dit moeten doen? Van der Waals, conservator archeologie van het Drents Museum, beschrijft zijn woonschip als een piepklein schuitje. Zou dat schip groot genoeg zijn om als werkplaats te dienen voor de vervalsing van grote hoeveelheden artefacten? En zo niet, wie was dan de werkelijke vervalser? Of is hier sprake van vervalsing van de waarheden? Onbeantwoord is tot nu toe de vraag waarom sommige beroepsarcheologen vasthouden aan hun beschuldigingen, ondanks het overvloedige bewijs van de onschuld van Vermaning. Wat schuilt hier werkelijk achter? Deze website biedt de mogelijkheid om een eigen oordeel te vormen en zelf op zoek te gaan naar de waarheid.

De rechtszaak en de nasleep ervan hebben de familie Vermaning diep geraakt. De stress door alle beschuldigingen heeft uiteindelijk zware gevolgen voor Grada, de vrouw van Tjerk Vermaning. Zij overleed te vroeg. Tjerk zelf heeft ook ernstig te lijden gehad onder de druk en is, met als laatste wens dat zijn onschuld zou komen vast te staan, overleden in 1987. Het is begrijpelijk dat er mensen zijn zoals Klaas Geertsma, een amateurarcheoloog die ondanks het verstrijken van de jaren zich blijft inzetten voor de verdediging van Tjerk Vermaning. Geertsma speelt al jaren een belangrijke rol in deze strijd. Ook hij heeft ervaren hoe moeilijk het kan zijn om de waarheid boven tafel te krijgen. Klaas Geertsma is een kleinzoon van Hein van der Vliet die in 1939 in het Friese Wijnjeterp een vuistbijl vond. Die breed erkende vondst inspireerde Tjerk Vermaning tot zijn zoektochten. Geertsma is een waardevolle bron van kennis in het verhaal rond Tjerk Vermaning. Zijn inspanningen komen voort uit boosheid over het onrecht dat Vermaning is aangedaan. Hij verdient onze aandacht.


Hoe de droom van een bevlogen amateurarcheoloog teniet gaat.


Tjerk Vermaning weigerde zijn vondsten uit de prehistorie af te staan.


In 1965 en 1967 vond Vermaning zijn eerste twee concentraties vuurstenen werktuigen van Neanderthalers. Dat was in Drenthe bij Hoogersmilde en Hijken. Die vuursteenwerktuigen uit de prehistorie werden opgeëist door wetenschappers, omdat zij ze classificeerden als schatvondsten. Het zijn vondsten die de beroepsarcheologen destijds nog als Midden-Paleolithisch zien. Daarmee beoordeelden zij ze als vondsten van aanzienlijke historische waarde voor Nederland. Tjerk Vermaning probeerde aanvankelijk zijn vondsten voor zichzelf te houden. Maar uiteindelijk wordt hij door de beroepsarcheologen verplicht om deze af te staan met een beroep op artikel 642 BW, beter bekend als de Wet op de Schatvondsten. Met zijn latere vondsten in het Drentse Eemster wilde Vermaning niet weer zijn stenen kwijt raken. Hij meldde in 1972 daarom de vindplaats Eemster niet aan de autoriteiten. Drie jaar na zijn Eemster-vondsten arresteert de politie Vermaning. Het is dan maart 1975 en Vermaning hoort op het politiebureau in Meppel dat hij wordt verdacht van de verkoop van vervalste vuurstenen werktuigen aan de provincie Drenthe. Een affaire is geboren. Was het logisch dat Vermaning probeerde financieel voordeel te behalen door valse artefacten te verkopen? Was hij niet juist gedwongen om de artefacten uit Hijken en Hoogersmilde af te staan? Een vervalser die enkele jaren daarvoor nota bene er niet over dacht om zijn vondsten in Eemster af te staan of er melding van te maken? Is dat iemand die financieel gewin of aanzien nastreeft? Het gebrek aan bewijs voor vervalsing en de onderbouwing van de beschuldiging roepen vraagtekens op. De schatvondsten werden getaxeerd met hoge geldbedragen door de beroepsarcheologen zelf. Wat motiveert een vervalser, om dagelijks op akkers te zoeken, als hij deze vondsten thuis kon maken? Vermaning had niet de geschikte middelen om de vuistbijlen op zijn woonschip te maken.



De beschuldiging van het vervalsen van vuurstenen werktuigen uit de prehistorie had niemand verwacht. De beschuldiging sloeg in als een bom in de archeologische wereld en bij het publiek. De pers dook er meteen bovenop. Dagblad De Telegraaf spreekt Vermaning direct na de arrestatie van 20 maart 1975. Hij vertelt dat zijn vrouw al vermoedde dat hij ooit dwarsgezeten zou worden.



 


Tjerk staat de pers te woord op de vondstlocatie in Hoogersmilde.


Hij voelde zich niet genoeg gewaardeerd.


In eerste instantie ging het Tjerk Vermaning helemaal niet om het geld, maar om eer en erkenning als amateurarcheoloog. Hij was geïrriteerd dat hij zijn vondsten moest afstaan, ook al kreeg hij daarvoor een royale vergoeding. Na zijn bijzondere ontdekkingen en voor de beschuldigingen tegen hem hadden het Biologisch-Archeologisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen en het provinciaal bestuur een overeenkomst gesloten om Vermaning jaarlijks financiële ondersteuning te bieden voor het voortzetten van zijn zoekwerkzaamheden.
Maar op een gegeven moment vond Vermaning de subsidie onvoldoende voor de bijbehorende taak. De beperkte mogelijkheden, verantwoordelijkheden en het gebrek aan waardering en bevoegdheid begonnen aan hem te knagen. Hij was van mening dat beroepsarcheologen onevenredig meer betaald werden en dat zijn eigen veldwerk even belangrijk was als dat van de bureauarcheologen. Zij hadden naar zijn mening in de praktijk minder verstand van vindplaatsen uit de steentijd in Noord-Nederland.

De relatie tussen Vermaning en de beroepsarcheologen was altijd al enigszins gespannen geweest. En dat is mogelijk de achterliggende oorzaak van de beschuldigingen die er loskwamen. Geïnspireerd door de media-aandacht en de berichtgeving van journalisten besluit Tjerk Vermaning openhartig zijn mening te delen. Hij krijgt het gevoel dat de gevestigde orde in de archeologie hem en zijn ideeën over de prehistorie niet serieus neemt. Achter zijn gevoelens schuilt een lange geschiedenis van onvrede die zijn verlangen om gehoord te worden alleen maar vergroot. Vermaning voelt zich genoodzaakt zijn standpunten luid en duidelijk te verwoorden. En hij windt er geen doekjes om.


 ▲ De vuistbijl van Ravenswoud.



Op zoek naar de waarheid; de vuistbijlen van Tjerk Vermaning.


In het begin krijgt Vermaning als amateurarcheoloog erkenning vanwege zijn ontdekkingen. Musea kopen zijn vondsten aan en er verschijnen publicaties in vaktijdschriften. Deze erkenning houdt op na zijn arrestatie.

De rechtszaak maakt een einde aan de archeologische carrière van Vermaning. De vuursteenwerktuigen uit het paleolithicum zijn volgens prof. Tjalling Waterbolk vervalst. Dat komt door twijfels van drs. Dick Stapert die de artefacten niet betrouwbaar en geloofwaardig vind. Er komt een 1e en een 2e rechtszaak en Tjerk Vermaning wordt tijdens de 2e rechtszaak vrijgesproken. Professor Waterbolk kon zich er niet bij neerleggen en ontwikkelt een complottheorie.
Waterbolk beweert dat de vuursteenwerktuigen door de amateurarcheoloog Ad Wouters zijn gemaakt in opdracht van dr. Assian Bohmers, een directe collega die hem een hak zou willen zetten na een verloren onderlinge tweestrijd om de benoeming tot hoofd van het B.A.I.. Bohmers zou Jan de Vries van het B.A.I. hebben opgedragen om de stenen in de bodem te plaatsen, zodat Tjerk Vermaning ze kon vinden. De theorie van Waterbolk leidt tot een nog altijd voortdurende controverse in de archeologische wereld.

De leden van APAN leggen zich er niet bij neer. Uit nauwgezet eigen onderzoek en analyse van de vuurstenen werktuigen door de vereniging van Aktieve Praktijk Archeologen Nederland blijkt hen  dat de werktuigen wel degelijk authentiek zijn en de vindplaatsen helemaal niet vervalst. Maar de kwestie blijft nog altijd een punt van discussie en debat in de archeologische gemeenschap. 

Het namaken van een vuistbijl, zoals in experimentele archeologie wel meer gebeurd, is niet zo moeilijk. Met voldoende ervaring kan het in een kwartiertje. Vervolgens kun je de nieuwe vuistbijlen met slijpschijven bewerken om ze op het oog ouder te laten lijken. Dit kost ook niet veel moeite. Maar de vuistbijlen hebben juist alle eigenschappen die bewijzen dat ze in de prehistorie zijn gemaakt. Sommige zijn zelfs op 70 cm diepte in ongestoorde grond gevonden. Verkleuring en ijzerinfiltraties laten zien dat ze vele duizenden jaren in de bodem hebben gelegen. Op deze website wordt op deze eigenschappen uitgebreid ingegaan.





De Inspirerende Kracht van de Vuistbijl.


Wat dreef Tjerk Vermaning om te bewijzen dat Neanderthalers in Noord-Nederland hebben gewoond.

Ongeveer 100.000 jaar geleden verloor een Neanderthaler zijn vuistbijl in de provincie Friesland. Amateurarcheoloog Hein van der Vliet vond die vuistbijl in 1939. Door het aanschouwen van  die beroemde vuistbijl van Wijnjeterp in de oudheidkamer van Gorredijk, krijgt Tjerk Vermaning in 1956 steeds meer interesse in de Neanderthaler. Hij realiseerde zich dat er meer werktuigen uit het Midden-Paleolithicum te vinden moesten zijn en hij was vast besloten om ze op te sporen. De vuistbijl van Wijnjeterp heeft menige archeoloog geïnspireerd om zelf op zoek te gaan naar een dergelijk zeldzaam artefact.

Ook die eerste gevonden oude vuistbijl in Noord-Nederland houdt de gemoederen bezig. Dit werd duidelijk toen in 1990  conservator Van der Horst van het Drachtster museum It Bleekerhûs betwistte wie de vinder was van de vuistbijl van Wijnjeterp. Maar zijn moment van aandacht was van korte duur toen Klaas Geertsma in naam van zijn grootvader een kort geding tegen de conservator aanspande. Van der Horst moest zijn bewering intrekken op last van de rechter. 

 

Lees meer over de vuistbijl van Wijnjeterp en de rechtszaak die de eerlijke vinder betreft...



In je eentje tegen de universiteit.

 

De media had tijdens zijn leven veel interesse in het nieuws rondom Vermaning.  Er is geen gebrek aan krantenartikelen over de amateur ‘die het in zijn eentje opnam tegen de universitaire archeologen’. Zelfs na zijn dood komt hij regelmatig in het nieuws vanwege de voortdurende beschuldigingen van vervalsing. Vermaning begon als hobby-archeoloog en verwierf bekendheid door zijn ontdekkingen en zijn uitgebreide kennis van de oude steentijd. In 1972 uitte hij publiekelijk de wens om een eredoctoraat te ontvangen. Dat zorgde voor verdeeldheid tussen hem en academische archeologen. Ondanks de onderlinge spanningen hadden ze elkaar nodig. Met de rechtszaak in 1975 kwam daar verandering in. Vermaning was buitenspel gezet.

▲   Een deel uit de collectie Eemster.


 


Tjerk Vermaning en zijn echtgenote met een plastic zak vol vondsten op zijn woonboot in Meppel. 1 mei 1975.


Hij verbouwde zijn schip tot een museum.

 

Tjerk Vermaning ontdekte het merendeel van zijn vondsten op akkers van het Drents-Friese keileemplateau. Waaronder de vuistbijl genaamd 'Het oog van Ravenswoud', die Vermaning in 1974 vind nabij het dorp Ravenswoud op de grens van Drenthe en Friesland. Tjerk Vermaning was een bekende verschijning op televisie, waar hij regelmatig te zien was met zijn bijzondere vondsten. Met 9.000 gulden financiële steun van het Anjerfonds maakte Tjerk Vermaning in 1967 van zijn schip de Gerrit Lucas een museumschip "De Palaeohistoria". Het Drents Museum hielp bij de inrichting van de tentoonstelling. Het schip lag in de Drentse Hoofdvaart. Vermaning sprak in oktober 1973 tijdens een interview met de Leeuwarder Courant over zijn toekomstige plannen voor zijn nieuwe groter museumschip, die hij ook wilde herdopen tot de "Fossiliana". Vermoedelijk had hij zijn vondstgroep uit Eemster willen tentoonstellen op het schip. De nieuwe museumplannen komen door de rechtszaak niet meer van de grond. Als gevolg van zijn gezondheid en de ontstane affaire doet Vermaning in 1985 afstand van zijn vondsten. Hij stopt met de archeologie. In 1986 verkoopt hij zijn omstreden verzameling aan de oudheidkamer in Drachten. Een ander deel had hij al voor 120.000 gulden verkocht aan het Provinciaal museum in Assen. Zijn collectie Eemster verkoopt hij aan amateurarcheologen. Het resterende deel van de werktuigen en fossielen, waaronder een opperarmbeen van een mammoet verkoopt hij op een antiekbeurs in Emmen.


 




Zijn laatste wens was eerherstel.


Tjerk Vermaning overlijdt op 11 oktober 1987 op 58-jarige leeftijd in het Academisch Ziekenhuis van Groningen door hartfalen. Op 18 mei 1988 is de as van Vermaning door de directeur van crematorium “De Boskamp” in het bijzijn van zijn vrienden uitgestrooid op de vindplaats in Hoogersmilde, daar waar de waarheid lag. Dit was de wens van Tjerk Vermaning na zijn overlijden: nogmaals aantonen dat hij onschuldig was. Bij het uitstrooien van zijn as op de vindplaats in Hoogersmilde waren slechts twee van zijn vrienden aanwezig: Klaas Geertsma en Jan Evert Musch, beide leden van de APAN. Ook de vriendin van Vermaning, Betsie Hindriks, was aanwezig. Deze situatie benadrukt de diepgaande impact die deze affaire heeft gehad.


Een eindeloze affaire.


Niet alle vondsten die door Vermaning zijn gedaan worden door beroepsarcheologen als vervalsingen beschouwd. De volgende pagina's op deze website behandelen de vondsten, de geschiedenis en de nasleep van de beschuldigingen. Nieuwe beschuldigingen zijn onder meer gericht tegen amateurarcheoloog Ad Wouters, daarom besteedt deze website speciale aandacht aan hem. Deze website besteedt ook aandacht aan de verdedigers van Vermaning die zich hebben georganiseerd in de vereniging APAN. Daarnaast worden enkele beroepsarcheologen die zich tegen Vermaning hebben uitgesproken, kritisch onder de loep genomen. Wat was en is hun motivatie om door te gaan met de affaire? 


Er zijn veel kanttekeningen te 

plaatsen in de gerucht makende affaire !


Volgende pagina >