De Affaire Tjerk Vermaning.
Het verhaal over een amateurarcheoloog uit de Nederlandse geschiedenis. 
 

A. Bohmers. †


Johan Christiaan (Assien) Bohmers, Zutphen, 16 januari 1912 - Göteburg, 1 mei 1988. Was een Nederlands geoloog en archeoloog, in het bijzonder specialist Oude Steentijd. In de jaren '30 en '40 werkte hij voor de SS-organisatie Ahnenerbe. Bohmers was van 1945 tot 1965 als archeoloog verbonden aan het Biologisch-Archeologisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was in de jaren '50 en '60 bekend door zijn onderzoek naar de oude- en middensteentijd in Nederland.  Na de bevrijding in 1945 werd Bohmers grondig ondervraagd door de Canadese inlichtingendienst. Bohmers zat negen maanden gevangen, maar werd niet beschuldigd. Later werd hij geoloog en docent in de Oude Steentijd aan het Biologisch Archeologisch Instituut (BAI) van de Rijksuniversiteit Groningen (waar Tjalling Waterbolk in 1954 professor aan en directeur van het archeologisch instituut werd). In 1961 schonk Bohmers 14 artefacten uit de Steentijd aan het Fries Museum. Illegaal wapenbezit leidde tot een "eervol ontslag op eigen verzoek". Bohmers werd niet direct opgevolgd, waardoor een kennislacune ontstond met betrekking tot de oude steentijd op het BAI. Dit heeft mede bijgedragen aan de latere 'Vermaningaffaire'.

Professor Waterbolk was ontevreden over Böhmer vanwege zijn oorlogsverleden, waarbij Böhmer aan de verkeerde kant stond in zijn rol als archeoloog.
Bohmers was betrokken bij de Duitse onderzoeksgroep Das Ahnenerbe, een organisatie die werd opgericht in samenwerking met Heinrich Himmler. Deze groep ontwikkelde zich tot een invloedrijke groep voor archeologisch onderzoek, met een aanzienlijke ledenbasis. Wat vaak onderbelicht blijft, is dat Das Ahnenerbe weigerde de opvatting van Himmler te omarmen die stelde dat de Germanen in essentie Vikingen waren met een inherent verlangen naar meer 'Lebensraum'. Hierdoor verdween Hermann Wirth, die tot dat moment de voorzitter was, in 1937 uit beeld. Pas daarna werd de organisatie ondergebracht bij de SS. In de daaropvolgende maanden werd de toegang tot de vereniging aan strenge wetenschappelijke criteria onderworpen: alleen personen met een afgeronde universitaire opleiding mochten lid worden. Voordat de oorlog uitbrak, waren er al meer dan 30 hoogleraren lid, en de groep telde meer dan 50 gespecialiseerde afdelingen en 15 onderzoekscommissies, ondersteund door een efficiënt werkend administratief apparaat. Bohmers was lid van de NSB, maar ook betrokken bij de Hielscher-groep, die via verschillende leden en sympathisanten verbindingen onderhield met Graf von Stauffenberg, de man achter een mislukte aanslag op Hitler. De Hielscher-groep wordt erkend als een authentieke verzetsgroep in Duitsland en ontving in 1958 ook erkenning van de Raad van Rechtsherstel. Na de oorlog werd Bohmers negen maanden vastgehouden, uitvoerig verhoord door Canadese autoriteiten, en uiteindelijk vrijgesproken. Direct daarna werd hij aangesteld als wetenschappelijk hoofdmedewerker door A. van Giffen in Groningen. Toch kreeg Bohmers in die periode te maken met de gevolgen van hardnekkige vooroordelen. Zijn pogingen om elders de functie van hoogleraar te verkrijgen, werden ondanks positieve wetenschappelijke aanbevelingen geblokkeerd. In 1965 verloor hij uiteindelijk zijn baan in Groningen.