Ondanks jarenlange ervaring en een grondige zoektocht door Vermaning, waar hij vanaf 1969 voor betaald kreeg om te zoeken, kregen twee academische wetenschappers hun twijfels over de toevaltreffers.
Dr. Stapert, verbonden aan het Biologisch Archeologisch Instituut, gebruikte de Vermaning-vondsten voor zijn promotieonderzoek en schreef daar zijn proefschrift over. In een artikel uit het tijdschrift "Natuur en Techniek" van 1974 gaven hij en professor Waterbolk aan, zeer positief te zijn over de aard van de Vermaning-vondsten. Later bekeek hij nogmaals de Hoogersmilde- en Hijken-vondsten en ontdekte daarbij verschillen tussen de Vermaning-vondsten en andere vuursteenvondsten uit Drenthe. Krasjes, dofheid en afgeronde ribben waren voor hem een jaar later voldoende redenen om de Vermaning-vondsten als vervalsingen te beschouwen. Het gevolg was, Vermaning werd op 18 maart 1975 in Meppel, door de politie aangehouden op verdenking van oplichting en voor verhoor ingesloten op het bureau van de rijkspolitie in Assen en pas na 26 uur werd hij weer vrijgelaten.
Professor Waterbolk, aanstichter van de arrestatie Tjerk Vermaning, geeft een reactie tijdens het NOS/Journaal van 18 maart 1975. Waarom Tjerk Vermaning wordt verdacht van bedrog en is aangehouden op verdenking van oplichting en voor verhoor ingesloten. Verwijderbaar glans en slijpsporen was voor hem het bewijs.
▲ 1. Tijdens de eerste strafvonnis op 3 februari 1977. Proces Tjerk Vermaning in Assen; archeologische vondsten in rechtszaal, bewaakt door bodes.
Voor het strafrechtelijk onderzoek werd het gerechtelijk laboratorium ingeschakeld, maar zij hadden laten weten dat ze niet deskundig waren op het gebied van steentijd artefacten. Ze vroegen om advies aan Stapert, die Vermaning beschuldigde en min of meer het onderzoek van het gerechtelijk laboratorium leidde in de zaak Vermaning. Hierdoor was er geen sprake van een onafhankelijk onderzoek, aangezien Stapert zelf met de beschuldigingen kwam. Het justitiële apparaat maakte grote fouten door Stapert de kans te geven om op te treden als onbevoegd opsporingsambtenaar door hem de woonboot van Vermaning te laten doorzoeken. Hij doorzocht de lades en kasten op een ruwe manier. Dit gebeurde terwijl Tjerk Vermaning nog vastgehouden werd op het bureau van de rijkspolitie in Assen. Dit leidde tot ernstige verstoring en ontoelaatbare onbehoorlijkheid in het onderzoek. Er volgde daarop een strafvonnis in 1977. Vermaning werd in eerste instantie schuldig bevonden aan oplichting en op 17 juni 1977 veroordeeld tot een maand gevangenisstraf. Door de bewering van drs. Stapert, en prof. Waterbolk dat de artefacten van Vermaning uit vers bewerkte stenen zouden bestaan, die later met elektrische slijpschijven zouden zijn bewerkt. De collectie Hoogersmilde had Stapert maar deels onderzocht. De Eemster en Ravenswoud collectie had Stapert niet gezien voor onderzoek maar verklaarde tijdens de rechtszitting dat hij beide collecties had onderzocht. De collectie van Hijken was voor die tijd al aangekocht door een stichting uit Amsterdam. En wilde ermee een museum oprichten. Na de rechtszaak durfde die stichting het niet meer aan, en is de gehele Collectie Hijken compleet overgebracht naar het gezamenlijke Provinciaal noordelijk archeologische depot in Nuis, waar het tot op de dag van vandaag nog steeds wordt opgeslagen. In het depot van Nuis bevinden zich verschillende vondsten van ongeveer 130 vindplaatsen van vermaning, waarvan 62 vondsten afkomstig zijn uit de steenvanger van de aardappelmeelfabriek Oranje. Dit zijn niet enkel en alleen de vondsten uit het midden-paleolithicum.
Afb. 2. De verdedigers: Voortzetting proces in hoger beroep 1978. Tjerk vermaning links met in het midden zijn vrouw Grada. Achter de microfoon de advocaat van Tjerk Vermaning, mr. R. vd Molen. Bij het gerechtshof in Leeuwarden.
Tjerk Vermaning besloot om in hoger beroep te gaan nadat het vonnis van het lagere gerecht was uitgesproken. De 2e zitting begon op 30 november 1978 en in hoger beroep op 21 december 1978, werd hij vrijgesproken, omdat niet kon worden bewezen en aangetoond dat de artefacten vervalst zouden zijn. De Groningse professionals prof. Waterbolk en Stapert hadden hun aanklacht onvoldoende onderbouwd en met onderling tegenstrijdigheden en slecht bewijs. Het hof is van mening dat de aanklagers er niet in zijn geslaagd om hun beschuldigingen op elkaar af te stemmen, terwijl professor Bosinski als deskundige er zelfs in slaagt om een steen van Vermaning te laten passen op een door hem als authentiek verklaard prehistorisch stenen werktuig geel van kleur. Was het die zelfde Bosinski, die ook uit zijn eigen opgraving een vuursteen reconstructie maakt van geel vuursteen en dat omschreef in “Bonner Jahrbucher” 166, blz 324, hij verklaarde in de rechtbank onder ede dat hij geen ervaring had met geel vuursteen. Prof. Bosinski hield de rechtbank ook voor: “de steencomposities van Vermaning zijn een bewijs van Valsheid. Bosinski schrijft zelf in zijn artikelen over de door hem gevonden steencomposities als authentiek midden-paleolithisch. Ook noemt hij een Vermaning-vuistbijl "vals” waarvan hij later zelf schreef dat hij die niet had onderzocht. Een passende afslag die hij als midden-paleolithisch verklaarde paste op de vuistbijl die hij voor vals verklaarde. Prof. Bosinski was net als prof. Bordes een soort van knipperlicht deskundige. Het specifieke bewijsstuk de gele Leemdijkbijl speelde een cruciale rol in het proces om de onschuld van Vermaning aan te tonen. Dr. ir. C. Franssen uit Bennekom en Ad Wouters uit Lent waren getuigen-deskundigen voor Vermaning. Ad Wouters had ter verdediging van Tjerk Vermaning de gele Leemdijk bijl als bewijsstuk ingebracht. Hij sloeg er een stuk van af om het kleurverschil en het glansverschil aan te tonen op het getroffen gebied. Vooraf werd de bijl tijdens de rechtszitting eerst grondig gereinigd met water en zeep om huidvet te verwijderen. Na het grondig reinigen van de bijl, kon Stapert niet beweren dat de glans was aangebracht door Vermaning. Tijdens de volgende zittingsdag herhaalde Wouters de test met een bijl uit Hoogersmilde. Het resultaat was bij beide vuistbijlen een duidelijk verschil in kleur en glans. Deze bewijsstukken speelde een cruciale rol in het proces om de onschuld van Vermaning mee aan te tonen.
▲ Afb.3. De aanklagers: links H.T. Waterbolk, O. Harsema en D. Stapert, allen verbonden aan het Biologisch-Archeologisch Insituut van de Rijksuniversiteit Groningen. Rechtszitting in hoger beroep, 30 november 1978.
De rechtbank deed geen uitspraak over de vraag of de vuursteenartefacten wel of niet vervalsingen zijn. Tjerk Vermaning werd vrijgesproken wegens onvoldoende bewijs. Vermaning voelde zich aangetast in zijn goede naam. Vermaning kwam erachter hoe moeilijk het was om een onderzoek te weerleggen, aangezien het niet om feiten ging, maar om autoriteiten die in eerste instantie onvoorwaardelijk werden geloofd ze maakten er gebruik van, en misbruik. Amateurarcheologen hebben Tjerk Vermaning geholpen door aantoonbaar bewijs te leveren dat de artefacten niet waren vervalst. Na zijn vrijspraak deed Vermaning aangifte wegens smaad en laster tegen H.T. Waterbolk, D. Stapert en tegen J. Elsinga, conservator van het Fries Museum in Leeuwarden, die ook aangifte had gedaan bij de Officier van Justitie in Assen tegen Vermaning. Ondanks dat de hoofdofficier geen reden zag om de aanklacht honoreren, tekende vermaning beroep aan. Ook het hoger beroep werd aan de kant geschoven. De rechtbank wilde een einde maken aan de slepende kwestie. Vermaning moest alleen genoegen nemen met 5000 gulden die hij als vergoeding kreeg voor de twee dagen onterechte hechtenis in 1975. En een vergoeding wegens gemaakte kosten van 60.000 gulden.
▲ Afb. 4. Voortzetting proces in hoger beroep amateur-archeoloog Tjerk Vermaning in Leeuwarden; Vermaning (rechts) en getuigedeskundige Duitse professor Rosinski, 30 november 1978.
Het justitiële apparaat maakte grote fouten.
Een video met de tv documentaire ‘Een rechtelijke dwaling’, gemaakt door Co Patist is een Veronica documentaire uit 1983 die nooit is uitgezonden op tv omdat er geen wederhoor kon plaatsvinden met de aanklagers, Prof. Waterbolk en drs. Stapert. Beide wilde geen medewerking aan de documentaire verlenen. Hierdoor besloot de eindredactie de tv documentaire niet uit te zenden. Deze documentaire biedt meer inzicht in het arrest, de rechtszaak en het verloop daarvan.
Het specifieke bewijsstuk de gele Leemdijkbijl.
Tot 1972 lag de Leemdijkbijl in de vitrine van Tjerk Vermaning op zijn museumschip Palaeohistoria in Hoogersmilde, waarna hij werd geschonken aan de provincie Drenthe en een plaats kreeg in het Drents Museum. Gedurende drie jaar werd de bijl beschouwd als een van de mooiste archeologische vondsten van Nederland, maar in 1975 werd hij helaas vals verklaard en verdween uit het zicht. Ad Wouters gebruikte deze bijl om tijdens de rechtszaak aan te tonen dat de bijl niet vervalst is. Een deel van de bijl is afgeslagen, wat resulteerde in een duidelijk kleurverschil op het getroffen gebied. Dit kleurverschil wordt veroorzaakt door langdurige processen in de bodem. Deze reacties kunnen leiden tot verkleuring en het aannemen van verschillende tinten. Dit kleurverschil kon onmogelijk zijn ontstaan als de bijl recent was vervaardigd uit vers bewerkt vuursteen en vervolgens in de bodem was geplaatst. Dit specifieke bewijsstuk speelde een cruciale rol in het proces om de onschuld van Vermaning aan te tonen. Tjerk vermaning vond de Midden Paleolithische Leemdijk bijl in 1967 op een onverharde zandweg naast de akkerlanden ten Zuid-oosten van de Leembrug te Middensmilde. De onverharde zandweg was over een lengte van 300 meter geplaveid met veldkeien die tijdens het aardappelrooien waren uitgesorteerd om de zand weg te verharden. Op foto 1 is duidelijk een afsplintering te zien, waarbij de binnenkant van de steen een lichtere kleur heeft en volledig dof lijkt.
Na het afslaan van de Leemdijkbijl schilfer was duidelijk het verschil te zien. Dr. E.R. Groeneveld van het gerechtelijk Laboratorium te Rijswijk en prof. Bosinski moesten beide toegeven dat er verschil was ontstaan. Drs. Stapert probeerde tijdens de 2e rechtszitting zich er nog uit te redden, door te beweren dat dit te wijten was aan stof dat achtergebleven was op het afslagvlak en dat de dofheid na enkele dagen zou verdwijnen. Vuursteen bestaat uit siliciumdioxide en is zo hard dat er geen stofresten konden ontstaan na afsplinteren. De volgende dag tijdens de rechtszitting werd een zeepsop test uitgevoerd met water en zeep en een borstel om ervoor te zorgen dat er geen verschil zou zijn te zien. Vermaning zou volgens dr. Stapert en prof. Waterbolk valse frictieglans hebben aangebracht en na het reinigen, zou de Leemdijkbijl dof worden. Echter, ook die test leverde geen resultaat op voor Stapert. Het enige wat verwijderd was is huidvet dat op de Leemdijkbijl had gezeten. Dr. G. Boom van de Rijksuniversiteit van Groningen en onderzoeker van het laboratorium Fysische Metaalkunde, had in zijn eerdere onderzoek weinig opmerkelijks ontdekt op de artefacten van Vermaning behalve huidvet dat op het vuursteen zat. Het onderzoeksrapport van Dr. Boom is door Stapert niet ingebracht tijdens de rechtszitting. Met het verwijderen van het huidvet op de vuursteenwerktuigen gokte drs. Stapert op een laatste kansje. Maar de resultaten die Ad Wouters had gepresenteerd, bleven onveranderd.
Na de rechtszaak bleef Tjerk Vermaning in de belangstelling staan.
Landelijk kreeg de zaak Vermaning op tv en in de Kranten veel aandacht waardoor een publieke beeldvorming ontstond en de meningen raakte verdeeld. Geïnteresseerde amateur-archeologen begonnen 3 april 1979 ter ondersteuning van Tjerk Vermaning de vereniging Aktieve Praktijk Archeologie Nederland. (APAN). Om de rechtspositie van de praktijkarcheoloog te verbeteren en kennis te bundelen. Vrienden van Vermaning omschrijven Vermaning als een eerlijk integere man, die niet medeplichtig en schuldig is aan oplichting en bedrog. Ze steunde Tjerk Vermaning en zette zich in voor zijn eerherstel. Zelfs na zijn overlijden bleven de APAN-leden zich hiervoor inzetten. APAN publiceerde de tijdschriften "Archeologische Berichten" , "APAN-Intern" en de "APAN/-Externe Uitgave" voor haar leden.
▲ De foto is gemaakt tijdens de oprichtingsvergadering van APAN in 1979, in het verenigingsgebouw in Gasselte, met in het midden Tjerk Vermaning. Op de foto boven van links naar rechts: Jonannes Musch, Janine Peters, Hendik Lanjouw, Harry Veen, Sjoerd van der Veen, Tjerk Vermaning, Henk Trip, Ton Baas, Cees Valkenburg, Co Lenting, Gerard Heijnen (commissaris), Be Hoekstra (voorzitter), Hans van Westing (2e secretaris), Jan Evert Musch(1e secretaris), Piet Koezenga (penningmeester).
In 2014 kwam in het Museum TwentseWelle in Enschede een speciale APAN expositie over 35 jaar reuring in de archeologische wereld. De tentoonstelling duurde een half jaar en ging over de APAN-visies. Ook de vindplaats Eemster kwam onder de aandacht. Externe link naar de APAN website: apanarcheo.nl
Twee pagina's met de tijdschriften Archeologische berichten en de APAN/-Extern uitgave om te downloaden.
In 1982 kwam er een speciale expositie in het Drents museum,“Stille getuigen”. En in 1985 zelfs een toneelstuk over zijn leven door het toneelgezelschap De Voorziening met de Tjerk Vermaning-Show door de Stichting Noordelijk Theater. Tjerk Vermaning was de meest omstreden en beroemde amateurarcheoloog van Nederland geworden.
Afb.5. De Expositie “ Stille getuigen” 17 maart 1982 met de collectie archeologische vondsten van Tjerk Vermaning in de vitrine van het Drents Provinciaal Museum in Assen.
De Groningse B.A.I. archeologen prof. Waterbolk en drs. Stapert bleven ook na de rechtszaak bij hun standpunten; middels publicaties bleven ze de beschuldigingen onderbouwen om het aannemelijk te maken dat ze gelijk hadden. Daarop volgden onmiddellijk weer publicaties in Archeologische Berichten en later in de APAN/-Extern uitgave door de verdedigers van Vermaning, die de onderbouwingen van de twee archeologen er onmiddellijk onderuit haalden via hun vakblad magazine. Regelmatig verschenen daarover artikelen in de kranten. De download publicaties omvatten ook verschillende interessante artikelen over de Oude Steentijd in Nederland, die niet alleen specifiek over Vermaning gaan.
Tjerk Vermaning op bezoek bij Emile Fradin in september 1978. Deze boer uit Frankrijk, werd in 1925 eveneens voor vervalser uitgemaakt. Pas in 1975 kwam een symposium van 150 geleerden in Oxford tot de conclusie, dat met moderne methoden van ouderdomsbepaling was aangetoond dat Fradin onschuldig is. Op de foto overhandigd Vermaning zijn lotgenoot het boekje "Steen des aanstoots" geschreven door de auteur: Ton Hulst, Paperback 1975. Levensbeschrijving over Tjerk vermaning. In het boek komt Tjerk vermaning zelf regelmatig aan het woord.
Op 8 juli 2018 presenteerde het Drents Museum de tentoonstelling "De Zaak Vermaning", waarin het leven van de vinder centraal stond. De tentoonstelling liet de beschuldiging van vervalsing in het midden. Bij de tentoonstelling verscheen het gelijknamige boek "De Zaak Vermaning", een uitgave van WBOOKS. Het theatergezelschap PeerGrouP bracht datzelfde jaar een grootschalige locatie-theatervoorstelling over het leven van Tjerk Vermaning, vlakbij de plek waar Vermaning zijn eerste vondsten deed bij Hoogersmilde.
Een greep uit de vele boeken over Tjerk Vermaning. In 1980 verscheen het boek, De onderste steen: Recht en Wetenschap in de knel: De Zaak Vermaning. Auteur Fred Vermeulen behandelt in zijn boek de rechtszaak tegen Vermaning. Hij onderzoekt de juridische en morele implicaties van deze kwestie. In 2017 verscheen de roman "Tjerk", geïnspireerd door de roemruchte Tjerk Vermaning en geschreven door Bennie Roeters.
Een citaat uit het boek RUZIE door Enno de Witt. Van een lijk naast de kachel tot rijdende rechters, 2018. Hoofdstuk 1, over Tjerk Vermaning en Waterbolk.
Dezelfde maand oktober 2024 komt RTV Drenthe met een vijfdelige podcastserie over de amateur-archeoloog Tjerk Vermaning, getiteld 'Vuistbijl van mijn vader', gemaakt door journalist Herma Boer. Zij verkent de geschiedenis van 's lands meest beruchte amateur-archeoloog. Herma Boer is op zoek naar die ene vuistbijl die Vermaning van haar vader kreeg bij de aardappelmeelfabriek in Oranje. Haar vader werkte eind jaren '60 in een van de aardappelmeelfabrieken en hij bleef Vermaning altijd verdedigen.
Door de jaren heen hebben verschillende amateur-archeologen en geschiedschrijvers op hun weblogs, Facebookpagina's en websites aandacht besteed aan de affaire Vermaning.
Stenenzoeken in het post-Vermaning tijdperk.
In november 2003 werd op RTV Drenthe een documentaire uitgezonden die het huidige amateuronderzoek naar de Steentijd in Noord-Nederland belichtte, met een focus op het post-Vermaningtijdperk. De documentaire, gemaakt door de gerenommeerde documentairemaker Hielke Meijer, volgt de amateur-archeoloog en lid van APAN, Henk Geertsma, zowel in het veld als tijdens een bezoek aan de Oudheidkamer in Gorredijk, waar hij de vuistbijl van Wijnjeterp bekijkt. In deze productie komen verschillende prominente figuren aan het woord, die een significante bijdrage hebben geleverd aan de zogenaamde Zaak Vermaning. Tijdens de documentaire wordt uitgebreid ingegaan op de negatieve impact die de Zaak Vermaning heeft gehad op het onderzoek naar de Oude Steentijd, specifiek het Midden-Paleolithicum, in Noord-Nederland. Verschillende archeologische vondsten worden gepresenteerd en in detail besproken, wat een inzicht biedt in de huidige staat van het amateuronderzoek en de uitdagingen waarmee het te maken heeft.
"De Waarheid over Tjerk Vermaning" en "J'Accuse. De Zaak Vermaning".
In deze twee boekjes wordt de complexe rechtszaak rondom Tjerk Vermaning onthuld. Met de feiten, de juridische strijd en de elementen die deze zaak zo uniek en controversieel maken.
De waarheid over Tjerk Vermaning. Auteurs: Franssen, Wouters, L Blanc, Goossens, Buma, Beersma en Musch. Publicatie 1973. Stichting Rapportage Doetinchem.
J'Accuse. De zaak Vermaning. Auteur: Ad Wouters. Publicatie 1999.