De Affaire Tjerk Vermaning.
Het verhaal over een amateurarcheoloog uit de Nederlandse geschiedenis. 
 

Tjerk  Vermaning beschuldigd van vervalsing.


Ondanks jarenlange ervaring en een grondige zoektocht door Vermaning, waar hij vanaf 1969 voor betaald kreeg om te zoeken, kregen twee academische wetenschappers hun twijfels over de toevaltreffers.

Drs. Stapert, van het Biologisch Archeologisch Instituut, gebruikte de Vermaning vondsten om te promoveren. Tijdens zijn onderzoek ontdekte hij verschillen tussen de vondsten van de vermaning en andere vuursteenvondsten uit Drenthe. Krasjes, dofheid en afgeronde ribben waren voor hem voldoende redenen om ze als vervalsingen te beschouwen. Het gevolg was, Vermaning werd op 18 maart 1975 in Meppel, door de politie aangehouden op verdenking van oplichting en voor verhoor ingesloten op het bureau van de rijkspolitie in Assen en pas na 26 uur werd hij weer vrijgelaten.


Audio opname. Luisterduur: 00:01:47


Professor Waterbolk, aanstichter van de arrestatie Tjerk Vermaning, geeft een reactie tijdens het NOS/Journaal van 18 maart 1975. Waarom Tjerk Vermaning wordt verdacht van bedrog en is aangehouden op verdenking van oplichting en voor verhoor ingesloten.  Verwijderbaar glans en slijpsporen was voor hem het bewijs.

 

1.


Afb. 1. Proces Tjerk Vermaning in Assen; archeologische vondsten in rechtszaal, bewaakt door bodes. Tijdens de eerste strafvonnis op 3 februari 1977.


Voor het strafrechtelijk onderzoek werd het gerechtelijk laboratorium ingeschakeld, maar zij hadden laten weten dat ze niet deskundig waren op het gebied van steentijd artefacten. Ze vroegen om advies aan Stapert, die Vermaning beschuldigde en min of meer het onderzoek van het gerechtelijk laboratorium leidde in de zaak Vermaning. Hierdoor was er geen sprake van een onafhankelijk onderzoek, aangezien Stapert zelf met de beschuldigingen kwam. Het justitiële apparaat maakte grote fouten door Stapert de kans te geven om op te treden als onbevoegd opsporingsambtenaar door hem de woonboot van Vermaning te laten doorzoeken. Hij doorzocht de lades en kasten op een ruwe manier. Dit gebeurde terwijl Tjerk Vermaning nog vastgehouden werd op het bureau van de rijkspolitie in Assen. Dit leidde tot ernstige verstoring en ontoelaatbare onbehoorlijkheid in het onderzoek.


Er volgde daarop een strafvonnis in 1977. Vermaning werd in eerste instantie schuldig bevonden aan oplichting en op 17 juni 1977 veroordeeld tot een maand gevangenisstraf. Door de bewering van drs. Stapert, en prof. Waterbolk dat de artefacten van Vermaning uit vers bewerkte stenen zouden bestaan, die later met elektrische slijpschijven zouden zijn bewerkt. De collectie Hoogersmilde had Stapert maar deels onderzocht. De Eemster en Ravenswoud collectie had Stapert niet gezien voor onderzoek maar verklaarde tijdens de rechtszitting dat hij beide collecties had onderzocht. Een derde deel van de collectie Hijken zou volgens de auteur, Fred Vermeulen van het boekje,¨De onderste steen", voor of tijdens het proces Vermaning spoorloos te zijn tot op de dag van vandaag. Maar dat klopt niet. De collectie van Hijken was voor die tijd al aangekocht door een stichting uit Amsterdam. En wilde ermee een museum oprichten. Na de rechtszaak durfde die stichting het niet meer aan, en is de gehele Collectie Hijken compleet overgebracht naar het gezamenlijke Provinciaal archeologische depot in Nuis, waar het tot op de dag van vandaag nog steeds wordt opgeslagen. 

 



2.


Afb. 2. Voortzetting proces in hoger beroep 1978. Tjerk vermaning links met in het midden zijn vrouw Grada. Achter de microfoon de advocaat van Tjerk Vermaning, mr. R. vd Molen. Bij het gerechtshof in Leeuwarden.


Dr. G. Boom van de Rijksuniversiteit van Groningen en onderzoeker van het laboratorium Fysische Metaalkunde, ontdekte een opmerkelijke gelijkenis onder de elektronenmicroscoop. De oppervlaktelaag tussen authentieke artefacten en de artefacten van Vermaning, daar was spectraal en microscopisch geen verschil in te zien. Helaas is deze ontdekking tijdens de rechtszaak door Stapert gebagatelliseerd en als onbelangrijk genoemd, waardoor het onderzoeksrapport van 10 maart 1975 door dr. Boom niet de aandacht kreeg in de rechtszitting. Die informatie zou van cruciaal belang zijn geweest voor Vermaning tijdens de rechtszaak. De uitslag van de conclusie uit het rapport van dr. G. Boom was in het nadeel van drs. Stapert en prof. Waterbolk. Tijdens de opening van de rechtszitting is de naam van dr. Boom niet genoemd bij het voorlezen van de lijst van getuige-deskundigen door de griffier. Het onderzoeksrapport was met opzet door Stapert buiten de rechtszitting gehouden

 

Tjerk Vermaning besloot om in hoger beroep te gaan nadat het vonnis van het lagere gerecht was uitgesproken. De 2e zitting begon op 30 november 1978 en in hoger beroep op 21 december 1978, werd hij vrijgesproken, omdat niet kon worden bewezen en aangetoond dat de artefacten vervalst zouden zijn. De Groningse professionals prof. Waterbolk en Stapert hadden hun aanklacht onvoldoende onderbouwd en met onderling tegenstrijdigheden en slecht bewijs. Het hof is van mening dat de aanklagers er niet in zijn geslaagd om hun beschuldigingen op elkaar af te stemmen, terwijl professor Bosinski als deskundige er zelfs in slaagt om een steen van Vermaning te laten passen op een door hem als authentiek verklaard prehistorisch stenen werktuig geel van kleur. Was het die zelfde Bosinski, die ook uit zijn eigen opgraving een vuursteen reconstutie maakt van geel vuursteen en dat omschreef in “Bonner Jahrbucher” 166, blz 324, hij verklaarde in de rechtbank onder ede dat hij geen ervaring had met geel vuursteen. Prof. Bosinski hield de rechtbank ook voor: “de steencomposities van Vermaning zijn een bewijs van Valsheid. Bosinski schrijft zelf in zijn artikelen over de door hem gevonden steencomposities als authentiek midden-paleolithisch. Ook noemt hij een Vermaning-vuistbijl "vals” waarvan hij later zelf schreef dat hij die niet had onderzocht. Een passende afslag die hij als midden-paleolitisch verklaarde paste op de vuistbijl die hij voor vals verklaarde. Prof. Bosinski was net als prof. Bordes een soort van knipperlicht deskundige. Het specifieke bewijsstuk de gele Leemdijkbijl speelde een cruciale rol in het proces om de onschuld van Vermaning aan te tonen. Dr. ir. C. Franssen uit Bennekom en Ad Wouters uit Lent waren getuigen-deskundigen voor Vermaning. Ad Wouters had ter verdediging van Tjerk Vermaning de gele Leemdijk bijl als bewijsstuk ingebracht. Hij sloeg er een stuk van af om het kleurverschil en het glansverschil aan te tonen op het getroffen gebied. Vooraf werd de bijl tijdens de rechtszitting eerst grondig gereinigd met water en zeep om huidvet te verwijderen. Na het grondig reinigen van de bijl, kon Stapert niet beweren dat de glans was aangebracht door Vermaning. Tijdens de volgende zittingsdag herhaalde Wouters de test met een bijl uit Hoogersmilde. Het resultaat was bij beide vuistbijlen een duidelijk verschil in kleur en glans. Deze bewijsstukken speelde een cruciale rol in het proces om de onschuld van Vermaning mee aan te tonen.

3.



Afb.3. links H.T. Waterbolk, O. Harsema en D. Stapert, allen verbonden aan het Biologisch-Archeologisch Insituut van de Rijksuniversiteit Groningen. Rechtszitting in hoger beroep, 30 november 1978.






De rechtbank deed geen uitspraak over de vraag of de vuursteenartefacten wel of niet vervalsingen zijn. Tjerk Vermaning werd vrijgesproken wegens onvoldoende bewijs. Vermaning voelde zich aangetast in zijn goede naam. Vermaning kwam erachter hoe moeilijk het was om een onderzoek te weerleggen, aangezien het niet om feiten ging, maar om autoriteiten die in eerste instantie onvoorwaardelijk werden geloofd ze maakten er gebruik van, en misbruik. Amateurarcheologen hebben Tjerk Vermaning geholpen door aantoonbaar bewijs te leveren dat de artefacten niet waren vervalst. Na zijn vrijspraak deed Vermaning aangifte wegens smaad en laster tegen H.T. Waterbolk, D. Stapert en tegen J. Elsinga, conservator van het Fries Museum in Leeuwarden, die ook aangifte had gedaan bij de Officier van Justitie in Assen tegen Vermaning. Ondanks dat de hoofdofficier geen reden zag om de aanklacht honoreren, tekende vermaning beroep aan. Ook het hoger beroep werd aan de kant geschoven. De rechtbank wilde een einde maken aan de slepende kwestie. Vermaning moest alleen genoegen nemen met 5000 gulden die hij als vergoeding kreeg voor de twee dagen onterechte hechtenis in 1975. En een vergoeding wegens gemaakte kosten van 60.000 gulden.





4.


Afb.4. Voortzetting proces in hoger beroep amateurarcheoloog Tjerk Vermaning in Leeuwarden; Vermaning (rechts) en getuigedeskundige Duitse professor Rosinski, 30 november 1978.


5.


Afb.5. De Expositie “ Stille getuigen”  17 maart 1982 met de collectie archeologische vondsten van Tjerk Vermaning in de vitrine van het Drents Provinciaal Museum in Assen.




De tv documentaire ‘Een rechtelijke dwaling’, gemaakt door Co Patist is een Veronica documentaire uit 1983 die nooit is uitgezonden op tv omdat er geen wederhoor kon plaatsvinden met de aanklagers, Prof. Waterbolk en drs. Stapert. Beide wilde geen medewerking aan de documentaire verlenen. Hierdoor besloot de eindredactie de tv documentaire niet uit te zenden. Deze documentaire mag je niet missen om meer inzicht te krijgen over het arrest, de rechtszaak en het verloop ervan.


Video: ‘Een rechtelijke dwaling’. Speelduur: 00:26:50.



Landelijk kreeg de zaak Vermaning  op  tv en in de Kranten veel aandacht waardoor een publieke beeldvorming ontstond en de meningen raakte verdeeld. Geïnteresseerde amateur-archeologen begonnen in 1976 ter ondersteuning van Tjerk Vermaning de vereniging APAN Aktieve Praktijk Archeologie Nederland. Vrienden van Vermaning omschrijven Vermaning als een eerlijk integere man, die niet medeplichtig en schuldig is aan oplichting en bedrog. Ze steunde Tjerk Vermaning en zette zich in voor zijn eerherstel. Zelfs na zijn overlijden bleven de APAN-leden zich hiervoor inzetten.



Na de rechtszaak kwamen er boeken over de zaak Tjerk Vermaning. In 1982 een speciale expositie in het Drents museum,“Stille getuigen”. En in 1985 zelfs een toneelstuk over zijn leven door het toneelgezelschap De Voorziening met de Tjerk Vermaning-Show door de Stichting Noordelijk Theater. Tjerk Vermaning was de meest omstreden en beroemde amateurarcheoloog van Nederland geworden.



We weten veel over onze prehistorische voorouders, maar wat ontbreekt is grondige kennis over hoe zij dachten en in het leven stonden. Vrijwel alles is speculatie, gebaseerd op min of meer toevallige bodemvondsten, die zelden tot eenduidige interpretatie leiden. De ideale voedingsbodem dus voor het tot op het bot uitgevochten conflicten waarbij de strijdende partijen zich diep in hun loopgraven verschansen.

Citaat uit het boek RUZIE door Enno de Witt. Van een lijk naast de kachel tot rijdende rechters, 2018.  Hoofdstuk 1, over Tjerk Vermaning en Waterbolk.



Door de jaren heen blijft de affaire regelmatig in de publieke belangstelling staan. In 2017 verscheen de roman "Tjerk", geïnspireerd door de roemruchte Tjerk Vermaning en geschreven door Bennie Roeters. Op 8 juli 2018 presenteerde het Drents Museum de tentoonstelling "De Zaak Vermaning", waarin het leven van de vinder centraal stond. De tentoonstelling liet de beschuldiging van vervalsing in het midden. Bij de tentoonstelling verscheen het gelijknamige boek "De Zaak Vermaning", een uitgave van WBOOKS. Het theatergezelschap PeerGrouP bracht datzelfde jaar een grootschalige locatie-theatervoorstelling over het leven van Tjerk Vermaning, vlakbij de plek waar Vermaning zijn eerste vondsten deed bij Hoogersmilde. 






De Groningse B.A.I. archeologen prof. Waterbolk en drs. Stapert bleven ook na de rechtszaak bij hun standpunten; middels publicaties bleven ze de beschuldigingen onderbouwen om het aannemelijk te maken dat ze gelijk hadden. Daarop volgden onmiddellijk weer publicaties in Archeologische berichten en later in de APAN/Extern uitgave door de verdedigers van Vermaning, die de onderbouwingen van de twee archeologen er onmiddellijk onderuit haalden via hun vakblad magazine. Regelmatig verschenen daarover artikelen in de kranten.



 Een greep uit de vele boeken over Tjerk Vermaning.

Tjerk Vermaning op bezoek bij Emile Fradin in september 1978. Deze boer uit Frankrijk, werd in 1925 eveneens voor vervalser uitgemaakt. Pas in 1975 kwam een symposium van 150 geleerden in Oxford tot de conclusie, dat met moderne methoden van ouderdomsbepaling was aangetoond dat Fradin onschuldig was. Op de foto overhandigd Vermaning zijn lotgenoot het boekje Steen des aanstoots geschreven door de auteur: Ton Hulst, Paperback 1975. Levensbeschrijving over Tjerk vermaning. In het boek komt Tjerk vermaning zelf regelmatig aan het woord. Fradin zei tegen Vermaning, ”Als je de waarheid in je hebt, hoef je niets te vrezen. De waarheid komt altijd aan het licht….”.





Op 10 januari 2009 publiceerde archeoforum.nl een artikel over de ontdekking van het eerste Neanderthaler-kampement in Noord-Nederland, nabij Assen. Dit onderzoek, uitgevoerd door het Groninger Instituut voor Archeologie en het Drents Museum. Hoewel de ontdekkingen nieuwe inzichten bieden, is de situatie rondom de Neanderthaler-vondsten sindsdien controversieel geworden, met name door de ophef rondom het boek Valsheid in Gesteente. Immers was het Vermaning die de eerste Neanderthaler-kampen op zijn naam had geschreven. Het boek, gepresenteerd op 3 juni 2022, brengt beschuldigingen van vervalsing tegen Tjerk Vermaning. De eerste auteur, Frans de Vries, stelde dat er een project opgezet moet worden om vervalsingen in Steentijd-collecties op te schonen. De publicatie leidde tot verzet van de amateur-archeologen van de Vereniging Actieve Praktijk Archeologie Nederland (APAN), die de niet-objectieve berichtgeving na Vermanings overlijden hekelden. De communicatie tussen beroepsarcheologen, zoals M. Niekus en F. de Vries, en APAN lijkt verslechterd door de controverse. Critici van Valsheid in Gesteente wezen erop dat empirisch bewijs cruciaal is voor wetenschappelijk debat, maar dat het bewijs in deze zaak geen afdoende grond biedt voor de beschuldigingen tegen Vermaning. De vraag van APAN voor een constructieve dialoog is niet gehoord, wat de kloof tussen beide partijen verder heeft vergroot. Een betrokken beroepsarcheoloog vroeg een onafhankelijke amateur om te bemiddelen in een gesprek met een bestuurslid van APAN, met de voorwaarde dat Tjerk Vermaning niet ter sprake zou komen. Dit beperkte de mogelijkheid voor een open en constructieve discussie. De keuze voor een onafhankelijke bemiddelaar toont de wens voor dialoog, maar het vermijden van het onderwerp Vermaning vormt een gemiste kans. Hierdoor vond het persoonlijke gesprek uiteindelijk niet plaats. Terwijl APAN zich voorbereidt op een nieuwe publicatie in 2024 die verder onderzoek naar de beschuldigingen van Valsheid in Gesteente belooft, is het duidelijk dat de archeologische gemeenschap in Nederland zich in een uitdagende periode bevindt.